Alwel - Heijmans - Takkenkamp 2

Nieuws- Bouwen met toekomst

Waar praktijk en beleid elkaar ontmoeten

Een gezamenlijke zoektocht

De Nederlandse bouwopgave is gigantisch: honderdduizenden woningen moeten worden gebouwd of gerenoveerd. Tegelijk is het CO₂-budget voor de sector bijna op. Dat is geen abstract probleem, het heeft directe gevolgen voor hoe, waarmee en óf we nog kunnen bouwen. In die realiteit opereren Marieke Keyzer en Anke Struijs, duurzaamheidsexperts bij woningcorporatie Alwel, Mathijs Jansen, projectadviseur duurzaamheid bij Heijmans. Samen met ketenpartner Takkenkamp Vastgoed Verduurzamers voeren zij een gezamenlijke zoektocht naar de mogelijkheden van biobased en circulair bouwen. Vanuit verschillende invalshoeken, maar met een gedeeld besef: het moet én kan anders.

Geen eenheidsworst

Mathijs werkt in Roosendaal aan de renovatie van ongeveer duizend woningen in de wijk Kalsdonk. “Bij renovatie vraagt elk complex om een specifieke aanpak,” zegt hij. Die nuance is belangrijk, want de stap naar biobased bouwen is geen eenheidsworst. “Biobased materialen zijn meestal zwaarder dan traditionele en niet alle daken kunnen extra gewicht aan.” Daarom onderzoekt zijn team per complex de technische mogelijkheden.

Klimaatdwingende noodzaak

Tegelijk benadrukken Marieke en Anke dat dit niet alleen een technische kwestie is, maar een klimaatdwingende noodzaak. “Met de huidige manier van bouwen is het CO₂-budget voor de woningbouw volgend jaar al op,” stellen zij. En dat CO₂-budget is niet zomaar een rekenmodel. “Vanaf 2023 heeft Nederland nog 28 megaton beschikbaar voor de bouw.” Alleen al de renovaties tot 2030 zouden 38,5 megaton uitstoten.

De urgentie die zij benoemen, ziet Mathijs ook. Maar hij bekijkt het vanuit de maakbaarheid en toekomstbestendigheid: “We denken serieus na over welke materialen we gebruiken en wat ze opleveren voor het klimaat.” In een monumentale woning aan de Voltastraat past hij biobased inblaas-houtwol toe, gebruikt glas dat voor 50% uit hergebruik bestaat, en behoudt waar mogelijk bestaande houten kozijnen. “We streven ernaar alle kozijnen te behouden door ze te repareren. Als vervanging nodig is, kiezen we voor nieuwe kozijnen gemaakt van gesloopte kozijnen.”

Driedubbele winst van biobased bouwen

Marieke en Anke wijzen erop dat biobased bouwen driedubbele winst oplevert: minder uitstoot, CO₂-opslag én lichtere materialen die minder transportkosten en stikstofuitstoot veroorzaken. “Veel vezelgewassen voor de bouw zijn rustgewassen” zeggen ze. “Daarmee is het een prima alternatief voor intensieve landbouw op plekken waar we dat niet meer willen.”

biobased stro 4
biobased stro 5
biobased stro 6

Takkenkamp als voortrekker

Ook Takkenkamp, specialist in isolatie, gevelonderhoud en restauratie, neemt een voortrekkersrol door met nieuwe biobased materialen te werken, waaronder stro-isolatie. Martin van Baaren, projectleider bij Takkenkamp, vertelt: “Het project in Kalsdonk is bijzonder omdat we naast het gebruik van 100% tarwestro, de daken van buitenaf isoleren. Dat is belangrijk om de overlast voor bewoners zo minimaal mogelijk te houden.” Hij benadrukt dat dit geen eenmalige stap is: “We hebben al ervaring met een aantal kleinere projecten door heel Nederland, en dat zorgt ervoor dat we constant ontwikkelen en het biobased isoleren verder aanjagen”.

Co-creatie in plaats van eenrichtingsverkeer

Alwel en Heijmans voeren een gezamenlijke zoektocht samen met ketenpartners naar manieren om meer biobased en circulair te bouwen. Het gaat niet om beleid dat bij de corporatie ontstaat en door de bouwer wordt uitgevoerd, maar om co-creatie waarin praktijkervaringen en beleid elkaar voortdurend voeden. De lessen die in projecten als Kalsdonk worden opgedaan, vormen weer de basis om beleid aan te scherpen en verder te ontwikkelen.
Martin beaamt dit: “Ik werk nu al vier jaar samen met Alwel en Heijmans, en er begint steeds meer een hecht samenwerkingsverband te ontstaan. Dit zorgt ervoor dat biobased isoleren continu de aandacht heeft.”

Meten en monitoren in de praktijk

De praktijk en het beleid komen ook samen op andere terreinen. Zo meet Mathijs in zijn projecten niet alleen de isolatiewaarde van de gebruikte materialen, maar ook de faseverschuiving: hoe lang het duurt voordat warmte het materiaal doordringt. “Ook monitoren we op vochthuishouding en het bewonerscomfort,” legt hij uit. Die integrale benadering sluit naadloos aan op de bredere duurzaamheidsvisie van Alwel, die inzet op natuurinclusief bouwen met groene daken, nestkasten en klimplanten – elementen die ook bij het project in Kalsdonk worden toegepast. 

Alwel - Heijmans - Takkenkamp

Elkaars werk onmisbaar

Waar het bij Mathijs vooral gaat om wat er kan, kijken Marieke en Anke naar wat er moet. Toch herkennen ze elkaars werk als onmisbaar. “We kunnen niet om biobased materialen heen,” zeggen ze. Maar ook: “In de hele keten – van agrariër tot gebruiker – worden de eerste stappen gezet. Dat gaat niet altijd zonder slag of stoot. Maar het begin is gemaakt.”
Mathijs sluit daarbij aan: “We hopen dat deze resultaten bijdragen aan een bredere toepassing van circulaire en biobased materialen in renovaties.” 

Samen de weg wijzen

En zo blijkt: beleid en praktijk zijn geen gescheiden werelden. Ze spiegelen elkaar. Waar het één begrenst, daagt het ander uit. En waar het ene experiment begint, kan het andere beleid volgen. De toekomst van bouwen ligt in die wisselwerking. In woningen die comfortabel én klimaatbewust zijn. In materialen die niet alleen besparen, maar ook bijdragen. En in de samenwerking tussen Alwel, Heijmans, Takkenkamp en andere ketenpartners die samen de weg wijzen naar biobased en circulair bouwen.